Brave meisjes komen in de hemel, brutale overal?
Dit is de titel van een boek dat ik nooit heb gelezen.
Ik heb er in mijn hoofd wel een eigen versie van geschreven.
Wat is het toch vreemd dat we als meisje, als vrouw, anno 2021 nog steeds braaf willen zijn.
Dit zal niet voor iedereen gelden, maar toch voor velen wel.
Brave meisjes zijn lief, zorgzaam, niet lastig, niet boos, niet wild of gek.
We vechten niet, we schikken ons, we houden wijselijk onze mond.
We klimmen alleen op de maatschappelijke ladder als we zeker weten dat we het waard zijn.
En aan die laatste overtuiging ontbreekt het ons nogal eens.
We weten diep vanbinnen echt wel wat we waard zijn.
We bevechten zelden onze positie, dit hebben we niet geleerd.
Als we al vechten doen we dat liever voor een ander, voor diens recht en positie.
We schreeuwen niet van de daken wat we allemaal kunnen en in onze mars hebben; dat is namelijk niet hoe brave meisjes zich gedragen.
Ik denk dat deze houding in ons vrouwelijk DNA van oudsher ingebakken zit.
We leren het (on)bewust. We geven het (on)bewust weer door aan onze dochters.